Algemeen
Door gebrek aan voldoende kennis van de Nederlandse taal kan het voorkomen dat de communicatie niet altijd even goed verloopt. Met als gevolg misverstanden tussen collega’s, problemen aan de pers of het niet goed begrijpen van een werkinstructie. Miscommunicatie op de werkvloer veroorzaakt veel ruis, irritatie en productieverlies. Elkaar goed begrijpen op de werkvloer kan het verschil maken tussen een succes of mislukking.
Heb je te maken met verschillende talen en culturen op de werkvloer? Zijn er in jouw team medewerkers die de Nederlandse taal niet goed beheersen waardoor de communicatie niet optimaal verloopt? Dan is de training Nederlands op de werkvloer echt iets voor jou of voor je bedrijf.
Doel
De training Nederlands op de werkvloer is bedoeld voor anderstalige medewerkers op de werkvloer met onvoldoende kennis van het Nederlands.
Werkwijze
Werkvloerscan
Voorafgaand gaan we eerst in gesprek met het bedrijf om de vraag zo helder mogelijk in kaart te brengen.
Hoe verloopt de communicatie op dit moment? Wat gaat goed en wat kan beter? Wie heeft de training nodig? Waarom? Wie loopt tegen zaken aan door onvoldoende beheersing van het Nederlands binnen zijn team? Welke taalcontacten zijn er op de werkvloer? Wat is het gewenste eindresultaat?
Dit en meer komt aan bod tijdens de werkvloerscan.
Tijdens de werkvloerscan gaan we in gesprek met verschillende personen binnen het bedrijf. Denk hierbij aan een HR-medewerker, leidinggevende en een Nederlandse collega. Het uitgangspunt is inzicht verkrijgen in de bedrijfsprocessen, taalcontacten van de anderstalige medewerkers en om knelpunten boven tafel te krijgen.
Intake
Voorafgaand aan de training vindt een persoonlijk intakegesprek met de (anderstalige) medewerkers plaats.
Iedere medewerker heeft een andere behoefte bij het leren van een taal. Elke functie vereist andere vaardigheden. Sommige mensen zullen meer ondersteuning nodig hebben dan andere; dat hangt niet alleen af van wat ze al weten en kunnen, maar ook van de functie die ze uitvoeren.
Met de intake wordt duidelijk wat het huidige taalniveau van de (anderstalige) medewerker is en aan welke training hij of zij kan deelnemen: basistraining module 1, 2 of 3. Door deze stapsgewijze opbouw stroomt iedere medewerker in op het gewenste niveau.
Na de persoonlijke intakegesprekken wordt het lesprogramma aangepast zodat de inhoud aansluit bij de situatie van de (anderstalige) medewerkers.
Uitvoeren basistraining (module 1-2-3)
De focus ligt op spreken, luisteren en begrijpen. Iedere module bestaat uit een combinatie van theorie en interactieve werkvormen en wordt uitgevoerd met ondersteunende huiswerk(opdrachten).
De training kenmerkt zich door de hands-on aanpak en is gericht op het direct toepassen van hetgeen geleerd is in de praktijk. Een taal leren is kilometers maken en dat kan alleen door het te doen.
Module 1-2-3
Na de training module 1 zijn de medewerkers in staat om een kort gesprek in het Nederland te voeren en te begrijpen. De nadruk ligt op eenvoudige vragen stellen en beantwoorden, een kort gesprek voeren over bekende onderwerpen en aangeven wanneer hij of zij iets niet begrijpt. Zij zijn in staat om vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen te begrijpen. Basisgrammatica staat centraal.
Na de training module 2 zijn de medewerkers in staat om een gesprek in het Nederlands te voeren en te begrijpen. De nadruk ligt op vragen stellen en beantwoorden, de belangrijkste punten in korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen te volgen, communiceren over eenvoudige alledaagse taken over vertrouwde onderwerpen en activiteiten en aan te geven wanneer hij of zij iets niet begrijpt. Zij zijn in staat om korte werk gerelateerde teksten te begrijpen. Basisgrammatica en woordenschat vergroten en in de praktijk brengen staat centraal.
Na de training module 3 zijn de medewerkers in staat om een gesprek in het Nederlands te voeren en te begrijpen. De nadruk ligt op hoofdpunten te begrijpen wanneer taal wordt gesproken over vertrouwde zaken die regelmatig voorkomen op het werk en in vrije tijd, onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn of betrekking hebben op de persoonlijke belangstelling of op het dagelijkse leven en aan te geven wanneer hij of zij iets niet begrijpt. Zij zijn in staat om teksten te begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit alledaagse of aan het werk gerelateerde taal. Uitgebreide grammatica eigen woordenschat en vakjargon (eigen bedrijf) vergroten en in de praktijk brengen staat centraal.
Evaluatie
Tussentijds en na afloop van de training vindt een evaluatie plaats.
Niveau
Na het volgen van een module is het taalniveau met gemiddeld 1 niveau in het ERK (Europees Referentie Kader) verhoogd.