23 januari 2025Hoe zorg je dat nu en in de toekomst genoeg rotatie-drukkers aan de pers staan? Koninklijke Drukkerij Em. de Jong biedt jongeren en zij-instromers een complete opleidingsroute met interne en externe scholing, afgestemd op de functies in het bedrijf en ondersteund met een digitale leeromgeving.
Het Brabantse familiebedrijf is de grootste retaildrukker van Europa. De folders die op je deurmat vallen of het POSmateriaal dat je in winkels ziet? Grote kans dat het van de persen van Em. de Jong rolt. Bij het bedrijf werken zo’n 1.300 medewerkers, verspreid over locaties in Nederland, België en Duitsland.
“Het vak van rotatieoffsetdrukker kun je niet meer op school leren, dus we moeten wel zelf opleiden”, vertelt technisch directeur Roel de Weerd. “Zeker als je bedenkt dat we hier in ploegendiensten werken met acht persen, waar elk vier medewerkers aan staan. Tot en met 2035 gaan de nodige ervaren krachten met pensioen, het is dus een must om vervangers klaar te stomen.”
1 opleiding, 5 ontwikkelfases
Dat doet Em. de Jong met een eigen ontwikkelpad, dat bestaat uit vijf fases. Een nieuwe medewerker begint met ondersteunende logistieke werkzaamheden aan de pers. Van machine operator A volgt de stap naar machine operator B, waarin de medewerker het productieproces verder ondersteunt. Daarna kan hij stapsgewijs doorgroeien naar tweede drukker, reserve eerste drukker en eerste drukker, waarbij hij steeds dieper in de techniek duikt en meer verantwoordelijkheden krijgt.
Voor het opleiden van medewerkers werkt Em. de Jong al jarenlang samen met GOC. Eigen medewerkers en trainers dragen op de werkvloer praktijkkennis over, met name gericht op machineconfiguratie. GOC verzorgt de theoretische onderbouwing. “Want we vinden het belangrijk dat medewerkers óók begrijpen waarom ze iets doen, zodat ze weten aan welke knoppen ze kunnen draaien om het proces of een eindproduct te verbeteren”, zegt Roel.
Afgestemd op functieprofielen
Om nog beter aan te sluiten op de opleidingsbehoefte, stemde GOC de volgorde van lesstof af op de functie profielen van Em. de Jong. “In het verleden stonden we bijvoorbeeld vroeg in de opleiding stil bij kleuren leer, terwijl dat nog niet relevant is voor iemand die werkt als machineoperator B. Dan is het handig als
je leert waar je op moet letten als je rollen controleert, dat je begrijpt wat baanspanning is en hoe het invoergedeelte werkt. Dat dragen we dus nu over in deze opleidingsfase”, vertelt GOCdocent Karel van Pinxten. Het gevolg? “Medewerkers herkennen de theorie beter en kunnen er meer mee in de praktijk.”
De theorielessen vinden plaats op zaterdag bij Em. de Jong. Bij elke opleidingsfase horen acht lesdagen. Die probeert Karel zo interactief mogelijk te maken. “Als ik twee uur ga voorlezen van een PowerPoint, haakt iedereen af. In plaats daarvan zijn we veel in gesprek met elkaar: hoe doe jij iets nu, waarom doe jij het anders, wat zou de beste manier zijn? Ook bespreken we praktijk opdrachten. Zo komt de theorie tot leven.”
Digitale leeromgeving
Voor het theoretische deel van de opleiding richtte GOC een afgeschermde, digitale leeromgeving in. Daarin vinden medewerkers een overzicht van de volle dige leerlijn, van machineoperator A tot eerste drukker. Per fase krijgen ze toegang tot het voor hen relevante lesprogramma, readers, presentaties, video’s en andere materialen. “Deelnemers kunnen hier ook digitaal hun portfolioopdrachten uploaden”, vertelt Arnold de Groot, die bij GOC de leeromgevingen inricht en beheert.
Ook voor de trainer – Karel in dit geval – en de praktijkopleiders van Em. de Jong biedt de digitale leeromgeving voordelen. Als iemand een portfolio opdracht inlevert, krijgen zij automatisch seintjes om een beoordeling uit te voeren. “Zo kunnen we ook beter monitoren of iemand op schema blijft. In principe moet je portfolio compleet zijn in de week na de laatste theorieles, maar als je al die opdrachten opspaart tot het einde levert dat stress op en leer je er ook minder van. Nu kunnen we beter tussentijds bijsturen”, vertelt Karel.
Leren op je eigen tempo
Het is geen must dat je de volledige leerlijn doorloopt wanneer je bij Em. de Jong komt werken. “Als jij als machineoperator B helemaal op je plek zit, is dat voor ons ook goed. Medewerkers ontwikkelen zich op hun eigen tempo, passend bij hun ambities. Die ambities kunnen veranderen, bijvoorbeeld als je een gezin krijgt en even geen ruimte hebt om op zaterdag te leren”, vertelt HRadviseur Bianca Gommers.
Het uitgangspunt blijft: wie wil ontwikkelen, krijgt de kans. Het maakt daarbij niet uit wat je achtergrond is. “We leiden hier jongeren op die zonder diploma van school zijn gegaan, maar ook de marktkoopman, timmerman en leraar die een carrièreswitch willen maken”, vertelt Bianca. “Onze eigen opleiding en persoonlijke begeleiding speelt daarin een belangrijke rol. Waar sollicitanten vroeger vooral keken naar het salaris, zien we nu dat ontwikkelmogelijkheden steeds zwaarder wegen.”
En laten we niet vergeten: die offsetrotatiepersen spreken ook tot de verbeelding. Roel: “Je bedient hier een machine van 75 meter lang en 17 meter hoog.
Ik vergelijk het weleens met een Formule 1wagen; onze persen zijn net zo geavanceerd. Samen met GOC leiden we de Max Verstappens op die het beste uit zo’n machine kunnen halen. Dat is een symbiose: we vullen elkaar aan en zouden niet staan waar we nu staan zonder het GOC.”
“Ontwikkelmogelijkheden wegen steeds zwaarder voor sollicitanten.” [...]